Als mensen te maken krijgen met een inkomensterugval blijkt het vaak moeilijk de uitgaven snel aan te passen. Daarnaast zijn er legio gezinnen die niet goed met geld kunnen omgaan en méér uitgeven dan dat er aan inkomsten wordt ontvangen. Zo ontstaat schuld op schuld. Uit cijfers van het CBS (2023) hebben ongeveer 720.000 huishoudens problematische schulden. Hiervan zitten bijna de helft in een schuldhulp-verleningstraject. Zij vallen veelal onder een wettelijke regeling voor schuldsanering (WSNP) of maken gebruik van minnelijke schuldhulpverlening. Hoe langer een gezin risicovolle of problematische schulden heeft, des te groter is de kans op nadelige gevolgen voor het welbevinden en de ontwikkeling van kinderen. Kenmerkend voor een risicovolle schuldsituatie is dat een huishouden de situatie nog wel kan oplossen als het zich daar hard voor inzet. Bij een problematische schuldsituatie ligt dat anders. Kenmerkend voor huishoudens met problematische schulden is dat zij na betaling van de vaste lasten en de noodzakelijke aflossingen op achterstanden en leningen, niet genoeg geld overhouden voor de dagelijkse uitgaven. Zowel het Nibud als ook het CBS verwachten dat het aantal gezinnen met risicovolle en problematische schulden nauwelijks zal dalen door de gevolgen van de hoge energieprijzen en de aanhoudende inflatie. De concept-Macro-Economische-Verkenning (CPB, 2022), laat een onthutsend beeld zien: in 2023 stijgt het aantal mensen onder de armoedegrens van 6,7 naar 7,6 procent. Gecorrigeerd voor het feit dat lagere inkomens een relatief groter deel van hun inkomen kwijt zijn aan energie, is het cijfer nog hoger: 8,1 procent. De armoede onder kinderen komt zelfs op 9,8 procent uit (= circa 308.000 kinderen).
Gezinnen met risicovolle schulden proberen meestal eerst zelf uit die situatie te komen. Ze kunnen ook gesteund worden door FiKks. Dit project wil mensen met schulden helpen hun leven weer op de rit te krijgen. Met de gratis FiKks-app worden ze gelinkt aan een buddy; iemand die hen helpt om van hun betalings-achterstanden af te komen. Wanneer dit niet lukt, kunnen ze hulp vragen bij de schuldhulpverlening.
Mensen in een schuldhulpverleningstraject kunnen met een bewindvoerder te maken krijgen. Stonden er in 1988 nog zo’n 20.000 personen onder een vorm van bewind, dertig jaar later is dat meer dan vertienvoudigd. Hoe dat kan? Om een lang verhaal kort te houden: dat is het resultaat van een bescheiden wetje uit 1982 dat volledig uit de klauwen liep. Bedoeld voor verwarden en dementerenden. Tegenwoordig zijn het vooral individuen die een financiële zorgbehoefte hebben en huishoudens met problematische schulden, die onder bewind staan. Zo ontstond, door beleid zonder voorbedachte rade, een enorme markt voor professionele bewindvoering.
Om te begrijpen wat Project Bijstand behelst, moeten we beginnen met een paar raadselachtige vragen: Hoe is het mogelijk dat gemeenten schuldhulp als lastige sluitpost zien en ‘onzelfredzamen’ gemakshalve - uit het zicht - bij bewindvoerders 'stallen'? Hoe is het mogelijk dat gemeenten geen flauw benul hebben van wat er achter de voordeur van een (problematisch) gezin aan hulp, zorg én geld ontvangen wordt? Hoe is het mogelijk dat 'het sociale werkveld' schoorvoetend toegeeft dat veel hulp en zorg weinig effectief en vaak overlappend is? Hoe is het mogelijk dat legio gezinnen met een uitkering, pgb-gelden en toeslagen slechts 60 Euro per week aan leefgeld te besteden hebben? Hoe is het mogelijk dat de overheid, telecom providers en online winkels met droge ogen schuld op schuld stapelen? Terwijl het geld in Nederland tegen de plinten aanklotst, zijn we in staat om armoede in stand te houden en zélfs te exploiteren. Raar volkje die Nederlanders!
Daar gaat Project Bijstand over, om die gekkigheid een halt toe te roepen en een gezin met problematische schulden een waardevol bestaan te geven. Om bij de bewindvoerder een concreet plan en concrete afspraken te maken over het oplossen van de schuldenpositie. Om alle geld- en hulpstromen in kaart te brengen en in samenspraak met gemeente, hulpverleners en derden een gezin een écht toekomstperspectief en nu een waardevol bestaan te geven zodat kinderen niet in armoede blijven 'hangen'. Lees ook het artikel 'Schuldenaars onder schrikbewind', het gezamenlijke onderzoek van de Groene Amsterdammer in samenwerking met Nieuwsuur (2018).
Want armoede heeft verstrekkende en langdurig negatieve gevolgen voor kinderen
Armoede zorgt dat jonge kinderen minder veilig gehecht zijn (door stress en ruzies);
Armoede zorgt dat kinderen vaker psychosociale problemen hebben;
Armoede vergroot de kans op het verlaten van school zonder startkwalificatie;
Armoede heeft effecten op de gezondheid (door slechte voeding, slechte woningen, enz.);
Armoede geeft meer gevoelens van onveiligheid en een laag welbevinden;
Armoede kan leiden tot een sociaal isolement doordat er geen geld is voor activiteiten;
Armoede neigt zich - zelfs in Nederland - te vererven.
Kinderen hebben recht op sociale zekerheid en Project Bijstand wil ze daarbij helpen. Sedert 2016 helpen wij gezinnen om uit de armoede te komen. Op basis van onze ervaringen hebben we een brochure geschreven die de schuldenproblematiek kort duidt en een aantal handvatten geeft. Download de brochure 'Wat werkt bij de aanpak van armoede & schulden'.
Wil jij helpen? Word buddy en meld je bij FiKks aan. Na je aanmelding ontvang je een persoonlijke uitnodiging voor de FiKks Academy. Binnen deze speciaal ontwikkelde e-learning omgeving leer je de benodigde basis om de complexe wereld van schulden te begrijpen. Ga vervolgens aan de slag als buddy en help een gezin met risicovolle schulden. Wil je daarna méér doen en aan de slag gaan met een gezin met problematische schulden (vaak gecombineerd met complexe zorgvragen)? Ga aan de slag, er is veel werk te doen...!
Project Bijstand is lid van Alliantie Kinderarmoede. Samen willen we ervoor zorgen dat kinderen niet meer in armoede leven!
Project Bijstand is een initiatief van het Sellingnet Stimuleringsfonds.